Hoezo moeten?

12 mei 2020

HOEZO MOETEN?

Mensen klagen regelmatig dat ze zoveel moeten om gelukkig te kunnen zijn. Ze moeten mediteren, moeten yoga beoefenen, moeten opletten wat ze eten en drinken, moeten niet teveel TV kijken, moeten koud douchen, moeten regelmatig sporten, en ga zo maar door.

Voor veel mensen is dat een hele opgave en dat snap ik wel. Als je het idee hebt  dat al deze dingen moéten om zoiets abstracts als geluk te bereiken, is het inderdaad een hele kluif. Waar haal je in godsnaam de discipline vandaan om dit allemaal te doen?

Je hersenen werken ook niet mee. Die kijken namelijk naar korte termijn genots- of pijnprikkels. Vanuit de evolutie hebben de hersenen een enorme voorkeur voor korte termijn genotsprikkels en proberen ze pijnprikkels te vermijden. Die ontwikkeling van dit mechanisme is terug te voeren naar de prehistorie.

Pijnprikkels betekenden voor holbewoners simpelweg de dood, terwijl genotsprikkels vaak van iets lekkers te eten of voortplanting komen. Genot is een kans en in tegenstelling tot pijn, geen levensbedreiging.

Iets moeten doen zien de hersenen vaak als korte termijn pijnprikkels en de uitkomst ervan, denk aan geluk, fitheid, energie, levenslust, zijn lange termijn genotsprikkels. De hersens maken dan de makkelijke keus, namelijk korte termijn genotsprikkels. Dat zorgt ervoor dat we op de bank blijven hangen, in bed blijven liggen, TV kijken, chocolade eten of een glaasje wijn drinken.

Het geheim ontving ik een paar jaar geleden van een bevriende boeddhistische monnik in Vietnam. We bezochten gedurende een aantal maanden boeddhistische kloosters in het zuiden van het land. Zo kwamen we terecht bij Zen kloosters die er prachtig uitzagen. Ze werden met veel liefde en aandacht onderhouden door de aanwezige monniken en nonnen. Een groot verschil met de pure land kloosters die wij bezochten; daar waren monniken veel slordiger, reden vaak op scooters en hadden IPhones.

Het verschil tussen de twee? In de Zen kloosters wordt dagelijks veel en vooral intensief gemediteerd. Dat vertaalt zich in wijze, liefdevolle mensen met een hoog ontwikkelt ego. In het pure land worden eigenlijk alleen mantra’s gereciteerd en soetra’s (leringen van de boeddha) gelezen. Dit gebeurde met het ‘hoofd’ waardoor beoefenaars wel veel wisten, maar in een laag ontwikkeld ego bleven. Ego’s transformeren niet door kennis, lezen en weten, maar door intensieve beoefening en ervaring.

Ik keek stiekem een beetje neer op de pure land beoefenaars die zich voor mijn gevoel makkelijk van de meditatie af maakten en een beetje mantra’s opzeiden. Dit vertelde ik op een dag aan de bevriende monnik waar ik mee reisde. Hij keek me bloedserieus aan en vroeg: “Realiseer jij je eigenlijk wel hoeveel geluk jij en ik hebben? Dat wij tijd hebben om te mediteren is een voorrecht en een luxe, niet meer en niet minder. De meeste pure land beoefenaren zijn arme boeren. Zij werken van zonsopgang tot zonsondergang om in hun basisbehoeften te kunnen voorzien en hebben geen tijd om te mediteren. Ze zijn al blij dat ze voor en na hun werk mantra’s kunnen opzeggen om zo toch een beetje beoefening te hebben in hun leven.”

Deze woorden veranderden alles. Ik realiseer me sindsdien dat, van de 7 miljard wereldbewoners, slechts een klein deel tijd heeft om te mediteren, sporten, koud douchen, en al het andere. Ruim 3,5 miljard leeft nabij de armoede grens en de volgende 2 miljard heeft het niet veel beter. Zo blijven er anderhalf miljard  mensen over die de tijd hebben zich te ontplooien. Van die anderhalf miljard is er maar een heel klein deel dat zich ervan bewust is dat beoefening leidt tot meer geluk en fitheid. Het besef dat ik een geluksvogel ben die de tijd en ruimte heeft voor zichzelf te zorgen, geeft me een enorme dankbaarheid en motivatie. Het maakt het zoveel makkelijker voor mij om de korte termijn prikkelbehoefte van mijn brein te omzeilen en te genieten van het werken aan mezelf. Niets moet, alles mag. Geen stress, geen discipline, geen wilskracht, maar liefde, flow en overgave. Een keertje niet? Prima, de volgende dag weer wel.

Kortom; realiseer je vanaf nu dat je niets moet, maar dat je bij een beperkte groep geluksvogels hoort die mag sporten, die mag mediteren, die yoga mag beoefenen (yoga is ook een elite beoefening, arme boeren in India hadden daar destijds echt geen tijd voor), die bewust mag eten en drinken, koud mag douchen. Een hele klein deel van de wereldbevolking die de luxe van zowel de tijd als het bewustzijn heeft goed voor zichzelf te zorgen. En daar hoor jij bij. Gefeliciteerd!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deel dit!

Een bericht schrijven

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *